De metaverse zet de begrippen ruimte en plaats op zijn kop, maar welke metaverse willen we eigenlijk?

De metaverse wordt in Silicon Valley gezien als de volgende fase van het internet. Daar is steeds meer over te lezen op het ouderwetse internet, maar de video van Mark Zuckerberg over de metaverse had ik even gemist. Ik ben dus blij dat Gijsbert van Es er in de nieuwsbrief van Future Affaris op wees. Want het is het kijken meer dan waard.

Allereerst om wat het belooft te worden. Het is nu voornamelijk nog een visie of hooguit een concept. Onderdelen bestaan, het geheel nog niet. Wat het volgens Zuckerberg wordt is een virtuele wereld waar je instapt door een VR-bril op te doen en waar je je met een of meerdere avatars in verschillende werelden kan manifesteren. Dat idee is minder sciencefiction dan het misschien klinkt. Tijdens de coronapandemie leerden we dat je niet bij elkaar hoeft te zijn om toch samen te kunnen werken. En het (gepersonaliseerde) achtergrondje in Teams of Zoom is dan wel niet helemaal hetzelfde als een avatar, maar het lijkt er wel op.

Waarom nog elke dag naar kantoor als dat ook online kan?
De metaverse, zoals Zuckerberg hem schetst is heeft verregaande impact op de ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling. Het zet de begrippen ruimte en plaats op zijn kop. Ik hoef straks nergens meer heen, ik kan overal zijn als ik mijn VR-bril op zet. Op mijn werk, bij vrienden, in een sportclub, in een game of een film. Het is bizar en voelt utopisch en dystopisch tegelijkertijd. Internet veranderde de begrippen ruimte en afstand namelijk al ingrijpend, de metaverse doet daar een enorme schap boven op. Waarom nog vliegen naar een zakelijke meeting in het buitenland, als dat ook vanuit huis kan? Waarom nog elke dag naar kantoor als dat ook online kan? Niet langer je ouders bellen, maar elkaar ontmoeten in je eigen virtuele wereld. Je niet langer ergeren aan een lelijke omgeving, maar je omgeving zo inrichten dat je altijd blij en gelukkig bent. Het is niet voor niets dat Zuckerberg zoveel lacht in de video, het zag er prachtig uit.

We zijn er al gewend
Dat is zoals gezegd minder futuristisch dan het lijkt. De afgelopen jaren zijn we al gewend aan het idee dat afstand een keuze is. Ik kan mijn boodschappen thuis laten bezorgen (of het nou een koelkast is of de dagelijkse boodschappen), ik kan thuis werken, ik kan thuis sporten ik móet de stad niet meer in. Wie dat wel doet, maakt daar bewust de keuze voor. Of wordt er toe gedwongen, omdat die persoon niet de middelen heeft om goederen thuis te laten bezorgen. Ik kan me dus ook goed voorstellen dat ik over een jaar of vijf een VR bril op zet om te vergaderen. En dat ik dan ook de andere toepassingen ga gebruiken. Domweg omdat het handig is.

Wat betekent dit voor de samenleving
Zover zijn we nog niet. Zuckerberg schetst de vele hobbels die genomen moeten worden. Zo moet er nog veel techniek ontwikkeld worden. Meta (zoals Facebook sinds deze video heet) stopt daar veel geld in. Net als de rest van de big tech. En dit is core business, hier is big tech goed in. Daarbij doet het bedrijf niet alleen. De metaverse is voor Meta vooral een platform waar gebruikers en bedrijven zich op kunnen manifesteren. En ook die stoppen daar veel energie en geld in. Alleen daarom al komt die metaverse er op de een of andere manier. Daarbij lijkt er heel veel geld te verdienen. Voor die partners, maar zeker ook voor de de big tech. Want stel dat de metaverse er straks is, wat kost dat dan? En wie krijgt dat geld? En als toegang tot de metaverse geld kost, leidt het onvermijdelijk tot de volgende kloof in de samenleving. Die is er nu al, het internet is niet gratis. Je hebt er een glasvezelverbinding voor nodig en spullen. En abonnementen op software. Wie dat niet kan betalen, doet niet mee. Die kloof wordt alleen maar groter in de metaverse.

Fundamenteler is de vraag wat dit betekent voor de samenleving. In de metaverse kan ik altijd in mijn bubbel blijven. Dat is wellicht fijn voor mezelf, maar niet goed voor de samenleving als geheel. De kans dat ik mensen tegenkom die niet op mij lijken wordt steeds kleiner en als dat al gebeurt, is het vaak een bewuste keuze. Als ik wil, kan ik steeds meer in een bubbel leven, zonder ongewenste mensen en emoties. Dat leek voorbehouden aan socialmedia, waar het eigen gelijk (of dat nou links of rechts is) nonstop wordt bevestigd en versterkt, maar het slaat over op de echte wereld.

In de video geeft Zuckerberg laat zien dat hij geleerd heeft van de rechtszaken die de afgelopen jaren zijn gevoerd tegen Facebook. De metaverse wordt een open platform, waar de rechten van de gebruikers goed zijn beschermd. Het wordt bovendien interoperabel. En zo worden er nog wat bezwaren op voorhand weerlegd. Of we dat moeten geloven, is natuurlijk de vraag, maar laten we er maar vanuit gaan dat Facebook zijn leven heeft gebeterd en Zuckerberg blijkbaar snapt dat dit alleen een succes wordt als het open is voor andere aanbieders en dat de Europese markt alleen te bereiken is als privacy en autonomie goed worden beschermd.

Hybride versies
Lopen we dan over 10 jaar de hele dag met een VR bril op? Ik denk het niet en dat is ook niet wat Zuckerberg in zijn video schetst. Waarschijnlijker zijn hybride of augmented versies. De metaverse als extra service op de fysieke wereld of andersom: de fysieke wereld als toevoeging op virtuele. Zo ontstaan digital twins van waaruit invloed uitgeoefend kan worden tussen de online en echte wereld. Vastgoedontwikkelaar Heijmans doet dat in de Leusdense Maanwijk, waar nog voor de eerste steen is gelegd een online variant is ontwikkeld, waarin de toekomstige bewoners alvast een community kunnen vormen en van waaruit na oplevering ook allerlei services worden aangeboden die direct te maken hebben met de woning en de wijk. Maanwijk bestaat dus zowel online als offline. Dat is prettig voor wie onderweg bedenkt dat hij vergeten is de thermostaat een paar graden lager te zetten, of voor wie een ladder wil lenen van de buren. Het is erg praktisch voor de wijk als geheel omdat zo de duurzaam opgewekte energie kan worden verdeeld of eenzaamheid kan worden tegengegaan. Zo kan de online wijk waarde creëren in de echte wijk. En vanuit die communitygedachte is het vervolgens een kleine stap om een eigen cryptovaluta op te zetten, waarmee onderling kan worden betaald. Lokaal geld was begin deze eeuw een tijdje een hype en stapt nu over naar de blockchain. Bijvoorbeeld in de Zuid-Londonse wijk Brixton, waar de Brixton Pound is bedacht om de lokale economie te versterken. Crypto maakt dat veel gemakkelijker en dus stelt de site van de Brixton Pound: “Welcome to the future of money. Again.” Maar ook dat kent nadelen. Want stel dat elke wijk zijn eigen geld hanteert, dan is de kans groot dat de kloof tussen goede en minder goede wijken juist groeit in plaats van slinkt. En hadden we juist geen landelijke en zelfs grensoverschrijdende valuta bedacht om overal met dezelfde euro te kunnen betalen?

De metaverse is er nog niet en we kunnen als land besluiten er niet aan mee te doen. Er is immers meer techniek verboden in Europa die elders in de wereld wel wordt gebruikt. Maar dan moeten we daar nu wel het debat over voeren. Verbieden klinkt op voorhand best absoluut. Interessanter is het om te kijken waar de kansen liggen en hoe we die kunnen benutten, terwijl we tegelijkertijd de nadelen tegengaan. Hoe we de Nederlandse of Europese metaverse inrichten. Niet op het niveau van kleertjes en avatars, maar als samenleving. Hoe we van de metaverse een wereld maken waar we als samenleving echt beter van worden.

Dit artikel borduurt voort op essays in het boek ‘Zo creëer je waarde in de slimme stad’.

Jan-Willem Wesselink